25 februari 2025

In de artikelenserie “Medewerkersparticipatie in het mkb” zijn diverse financiële vormen van medewerkersparticipatie besproken en zijn de optierechten aan bod gekomen. Deze en de komende afleveringen zullen in het teken staan van de aandelenregelingen. In dit artikel gaan we uitgebreid in op de algemene juridische en fiscale aspecten van de aandelenregelingen. In een volgend artikel gaan we in dieper in op medewerkersparticipatie via stemrechtloze aandelen en certificaten van aandelen. De aflevering daarop zoomen we in op medewerkersparticipatie door middel van gewone aandelen.

Algemeen

Aandelen geven stemrecht in de algemene vergadering van een bv en/of aanspraak op uitkering van de winst en de reserves. Aandelen zijn te verdelen in drie basisvormen:

  • gewone aandelen (stemrecht en winstrecht),
  • winstrechtloze aandelen (alleen stemrecht) en
  • stemrechtloze aandelen (alleen winstrecht).

In het kader van deze artikelenreeks blijven de winstrechtloze aandelen buiten beschouwing. Aan deze aandelen is geen winstrecht verbonden. Daarmee zijn winstrechtloze aandelen in het kader van medewerkersparticipatie naar onze mening niet geschikt.

Civielrechtelijke aspecten

Door middel van een aandelenregeling bindt u uw medewerkers aan uw onderneming. Namelijk door middel van volle of economische mede-eigendom en winstrechten. Daarbij geven stemrechtloze en gewone aandelen recht op volle eigendom en certificaten van aandelen recht op economische eigendom. Eigendom wil zeggen dat de houders van (certificaten van) stemrechtloze aandelen (economisch) mede-eigenaar zijn van de bv ter grootte van hun belang in het totale aandelenkapitaal van de bv. Aandelen aan werknemers mogen vrij worden uitgegeven. Aandeelhouders hebben geen voorkeursrecht op deze aandelen.

Fiscaalrechtelijke aspecten

Voorafgaande aan de uitgifte van (certificaten van) aandelen moet de waarde in het economische verkeer (WEV) worden bepaald. In geval van medewerkersparticipatie is het raadzaam om die waarde af te stemmen met de Belastingdienst. Dit voorkomt dat er achteraf discussie ontstaat met de Belastingdienst over de hoogte van de waarde met alle fiscale gevolgen vandien. Ligt de uitgifteprijs van de (certificaten van) aandelen onder de WEV, dan kwalificeert het verschil tussen de uitgifteprijs en de WEV als loon, waarover de bv loonheffingen moet afdragen. Bij de medewerker wordt het verschil in de inkomstenbelasting belast in box 1. De afgedragen loonheffingen mogen als voorheffing met de verschuldigde inkomstenbelasting verrekend worden.

Financiert u als werkgever de uitgifteprijs voor meer dan 90%, dan zullen de (certificaten van) aandelen voor de werknemer kwalificeren als lucratief belang. Op de (certificaten van) aandelen uitgekeerde dividenden worden belast in box 1. De aan de werknemer uit te geven (certificaten van) aandelen vallen ook onder het lucratief belangregime als er bijzondere voorwaarden en condities aan de aandelen zijn verbonden die niet voor andere aandeelhouders gelden. Denk aan condities die beogen een beloning te zijn voor de werkzaamheden van de werknemer.

Is een lucratief belang niet aan de orde en heeft de medewerker – al dan niet samen met diens partner – een belang van 5% of meer verkregen, dan worden dividenden in de inkomstenbelasting belast in box 2.

Heeft de medewerker een belang van minder dan 5% verkregen, dan wordt de waarde van diens (certificaten van) aandelen volgens het geldende forfait belast in box 3. Uitgaande van de huidige regelgeving zal er ook een beroep kunnen worden gedaan op het werkelijke rendement. In plaats van een forfaitaire heffing zullen de werkelijke opbrengsten (zoals dividenduitkeringen) en de waardestijging van de (certificaten van) aandelen in het betreffende jaar in box 3 belast worden.

Belastingheffingen

Let op dat in box 1 en box 2 ook eventuele (al dan niet fiscaal fictieve) vervreemdingsvoordelen worden belast. Een vervreemdingsvoordeel is het verschil tussen de prijs c.q. de waarde ten tijde van de vervreemding en de prijs waarvoor de (certificaten van) aandelen zijn verkregen.

De bv moet op de dividenduitkeringen aan de medewerker dividendbelasting inhouden en afdragen. De dividendbelasting is een voorheffing. Het maakt daarbij niet uit of de dividenden bij de werknemer met inkomstenbelasting worden belast in box 1, box 2 of box 3. De medewerker kan de dividendbelasting als voorheffing verrekenen met de verschuldigde inkomstenbelasting.

Vormt de bv waarin de (certificaten van) aandelen worden uitgegeven een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting met andere bv’s, dan kan de uitgifte van (certificaten van) aandelen de fiscale eenheid verbreken.

Financieringsaspecten

Verstrekt u als werkgever een financiering aan uw medewerker voor de aankoop van de (certificaten van) aandelen, let dan op het volgende:

  1. beperk de financiering ter voorkoming van een lucratief belang tot 90% van de koopprijs (zie hierboven onder “fiscaalrechtelijke aspecten”);
  2. kom ter vermijding van andere fiscale problemen zakelijke leningsvoorwaarden overeen, zoals een marktconforme rente, een aflossingsschema en zekerheid;
  3. laat de medewerker daadwerkelijk zekerheid stellen.

Voor wat betreft het stellen van zekerheid kunt u denken aan verpanding van de aan de medewerker uitgegeven (certificaten van) aandelen. Dit is alleen mogelijk als de statuten van de bv de vestiging van een pandrecht niet blokkeren. Is dat wel het geval, dan is het raadzaam om de statuten aan te passen.

Meer informatie over medewerkersparticipatie

Medewerkersparticipatie door middel van (certificaten van) aandelen geeft de werknemer een rechtstreeks financieel belang bij de bv: winst en waardevermeerdering van de (certificaten van) aandelen. Naast de financiële prikkel maakt het hem of haar ook mede-eigenaar. Afhankelijk van de gekozen participatieregeling kan de medewerker ook een zekere mate van zeggenschap verkrijgen in de algemene vergadering.

Het opzetten van aandelenregelingen vergt maatwerk. Zowel op juridisch en fiscaal gebied als op het gebied van de waardering van uw bv. De fiscale regelgeving is daarbij nogal complex. Wij hebben alle disciplines in huis om een goede en verantwoorde regeling op te zetten. Neem gerust contact met ons op, wij helpen u graag verder.

Wim Boerman

B.W. (Wim) Boerman RB REP

juridisch adviseur
ook bereikbaar via 0343-415940